Slob Stef van der Linden, 9 november 202014 februari 2024 Het einde van het ministerschap Slob komt in zicht. Ik ben erg benieuwd naar hoe hij zelf terugkijkt op de periode dat hij de minister vóór was. Met welk gedachte zal hij ‘Ja’ tegen deze baan hebben gezegd? Als oud-leraar is er niets mooiers dan in het kabinet het ambt van minister voor onderwijs te kunnen vervullen, maar dan wil je toch ook echt iets goeds achterlaten? Dat we over een paar jaar brommen: ‘Die Slob, die begreep ons ten minste’. Ik vrees dat de verwachtingen van deze oud-leraar maatschappijleer te hooggespannen waren. Ik zie een minister die de verbinding zoekt, die graag de scholen in gaat, daar naar alle zorgen in het onderwijs luistert en die graag met allerlei vertegenwoordigers om de tafel zit om het compromis te bereiken, om vervolgens thuis in Den Haag te komen en daar al weet dat er voor onderwijs geen tijd en geld is. Arie is niet het type dat in de Trêveszaal met zijn vuist op tafel slaat of samen met zijn fractie een een-tweetje doet om een succesje voor hemzelf te boeken. Hij kon de werkdrukgelden verdelen, van de rekentoets werd definitief afscheid genomen, hij heeft het lerarenregister de nek omgedraaid en sloot een akkoord voor een nieuwe cao in het primair onderwijs. Echt hete hangijzers heeft hij niet beet durven pakken: Staatscommissie, Curriculum.nu en recent het rapport van McKinsey worden allemaal naar het volgende kabinet doorgeschoven. De leraren blijven na vier jaar wederom teleurgesteld achter. Slob probeert de rust te bewaren en in gesprek te blijven in roerige tijden: van de grootste onderwijsstakingen gingen we over in de coronacrisis. Arie Slob is niet de juiste onderwijsminister voor dit kabinet. Ik vrees alleen niet dat het aan deze minister ligt. Al jaren zitten er Kamerleden die echt wel weten wat het onderwijs nodig heeft: onderwijsmensen als Michel Rog (CDA) en Paul van Meenen (D66) of Lisa Westerveld (GroenLinks) en Peter Kwint (SP) die goed naar leraren luisteren. Zij krijgen de handen evengoed niet op elkaar voor structurele veranderingen in het onderwijs. Er zal een gevoel voor urgentie moeten gaan ontstaan voor het onderwijs: een waarbij we niet afhankelijk zijn van de (veredelde) staatssecretaris van Onderwijs. Het moet een pijler worden van het nieuwe kabinet, gedragen door het hele kabinet. Ik ben benieuwd wat de VVD hierover in zijn verkiezingsprogramma schrijft. Deze column verscheen eerder in het vakblad maatschappij & politiek. Columns M&P